palazzo

palazzo
Verona - streetsight

woensdag 17 februari 2016

Ebba, ebbetje, chawa

taxidriver
ff niks leek beter dan dat heleboel dat in mijn kop aan't malen was maar een beetje zijn werk te laten doen - gelukkig weet ik dat de grijze raderen af en toe wat te malen moeten hebben om daarmee de was te doen en up to date te blijven functioneren want wat moet je als je op't masjien vertrouwt en de hele logistiek blijkt het opeens niet meer goed te doen? 

De meeste molenaars, die het molenmechaniek een tijdje willen laten draaien, willen ook weten wat er uitkomt als de zaak gedaan is die zij voor die tussentijdse controlebeurt hadden toegespits op een zakje graan, misschien wel op dat half pond graan waarmee ik het anjelierenschilderij dat in de bibliobus op 5 te hangen is gekomen dik betaald mag achten want de aankoopdatum van het werk in de stijl van deze zogeheten oorlogsimpressionisten is geweest ergens in februari van het jaar onzes Heren 1944. 


De bekentenis die ik in verband met e.e.a., zo heet dat: een en ander, de lezers voor wil houden is, dat de heer de Buer jonkman in zijn clementie met de levenden van zijn tijd die het maar moeilijk kunnen hebben af en toe met dingen die ze beter anders zouden kunnen zien, in zijn vroegere existentie een relatie heeft gehad met een spannende dame die de schone naam droeg van Ebba en de familienaam was, helaas wij kunnen niet verhelen hoe licht ons ons leven voorkomt nu ik dit schrijven mag, de familienaam derhalve heette Braun. En zij heette voor mij Ebba.

Zij kwam waar alle mooie meisjes hier in onze streken van afkomstig zijn, uit Hillegom, en daar is de culture voor de bloemen in zijn aanvang van traditie gegeven als die van de hyacinthenkweek. Zij had hele mooie amandelvormige ogen waarmee zij dromerig kon kijken en misschien is onze jonkman de enige gebleven die haar ooit in die gazelleogen heeft gezien.

Ik had haar leren kennen via mijn zus, want die was vriendin met Ebba, dus het was alles heel gewoon, alleen is het ervan gekomen dat noch deze clemente jonkman noch zijn fiancée Ebba ooit een woord gesproken hebben tot op deze dag over een zaak welke misschien wel geen woorden kon verdragen in een eerder te verschijnen perspectivisch welverstaan. 




In de loop van het vorig jaar, of zelfs het jaar weer dáárvoor, is Ebba ons ontvallen, heel stilletjes en plotseling is zij heengegaan. Maar zo heel slecht is dat voor ons beiden niet gegaan want ik heb op tijd afscheid van haar kunnen nemen. Ik herinner mij dat afscheid goed, tijdens een feestelijke bijeenkomst in de hallen van het Stoomgemaal Cruquius zat zij aan een tafel heel alleen op mij te wachten. Wij hebben die avond een tijdje met elkaar in alle rust temidden van het feestgedruis kunnen spreken over de dingen die al zolang een raadsel waren gebleken en gebleven. Wij beiden hadden berust in het raadsel en ons bezonnen in het mysterie, omdat duidelijk was geworden dat als het om de liefde gaat de dingen van het leven ook onuitsprekelijk kunnen zijn, en dat waren ze gebleven zo bemerkte Ebba, en daarmee zijn we weer uiteen gegaan en heeft zij mij laten gaan. 

Edouard Boudin - de kade van Venetië


Behalve met elkaar, wat mij betreft, is er voor niemand anders echt oog geweest die avond, ik ben vergeten naar aanleiding waarvan mijn zuster het feest heeft gegeven, hebben wij toen, Ebba en ik, niemand anders onderhoud geschonken, en dat hebben wij nooit gedaan. 

Althans zo blijkt dat voor mij in de stand van zaken die ik nu maar effetjes opmaak voordat de totaalnota wordt gepresenteerd. Hoe dat aandacht hebben voor mooi Ebbetje lag dat besefte ik nooit zo goed als ik haar zag in haar warme gloed. Maar zelfs als je een jonkman heet te zijn ben je toch maar een beperkte mens.

winterlandschap nabij het Kasteel en de kerk van Buren




Ebba was zo'n vrouwtje die over de dingen in haar leven nadacht en er dan een moment van beoordeling aan wijdde als zij ermee klaar was haar standpunt te bepalen en die zich dan pas haar mening permitteerde die zij goed verdroeg.


 En voor het bekende intermezzo ten behoeve van het stille water dat zij in haar koppie altijd bij de hand had haalde zij regelmatig ter bescherming van de diepe gronden die daarmee verbonden zijn, een zinsverband naar boven welke als het om een accoordje ging steevast dreigde te gaan luiden als het gezegde 'doe maar gek' waarmee zij toch ook niet zeer kwistig is omgegaan want als zij dat verklaarde dan hield dat in dat je tot de intieme vriendenkring behoorde.

Als ik daarin zou gaan geloven, dat Ebbetje vond dat wij maar gek moeten doen, ja, dan was het einde snel in zicht gekomen en in het geheel niet zoek geraakt.

 /foto: Buren (Gld) - Molen Prins van Oranje/


Geen opmerkingen:

Een reactie posten